Kiki Bosselaar, afstudeerder bij de Twente Safety Campus, onderzoekt de verduurzaming van brandweeroefeningen op Troned. Ze probeert antwoord te krijgen op de vraag: “Welke methode voor rooksimulatie biedt de beste balans tussen milieu-impact en de realiteit van brandoefeningen?” Hierbij ligt de focus niet alleen op het minimaliseren van schadelijke emissies, maar ook op het behoud van realistische omstandigheden voor brandoefeningen.
Binnen mijn afstudeeronderzoek aan de Twente Safety Campus focus ik op de verduurzaming van brandoefeningen bij Troned. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat rookmachines mogelijk een realistisch alternatief kunnen zijn voor traditionele rooktonnen, die vaak tijdens oefeningen worden gebruikt. Deze rookmachines bootsen realistische brandscenario's na, wat ze bruikbaar maakt voor brandweeroefeningen. Toch blijft er onzekerheid bestaan over hun daadwerkelijke milieueffecten, zoals de uitstoot van schadelijke stoffen.
Het huidige gebrek aan gegevens over de uitstoot van rookmachines – bijvoorbeeld hoeveel CO₂ en stikstofoxiden ze vrijgeven – vormt een belemmering voor de ontwikkeling van deze verduurzaming. Zonder inzicht in de milieu-impact lopen we het risico onbedoeld milieuschade te veroorzaken, wat de ambitie van de veiligheidssector om duurzamer te werken kan tegenwerken.
In mijn onderzoek probeer ik daarom antwoord te geven op de vraag: “Welke methode voor rooksimulatie biedt de beste balans tussen milieu-impact en de realiteit van brandoefeningen?” Hierbij ligt de focus niet alleen op het minimaliseren van schadelijke emissies, maar ook op het behoud van realistische omstandigheden voor de brandtrainingen. Dit evenwicht is essentieel, omdat de veiligheid en trainingseffectiviteit van brandweeroefeningen niet onderdrukt mogen worden.
Om tot een concreet antwoord te komen, voer ik drie verschillende testen uit. In de eerste test richt ik me op het kwantificeren en vergelijken van de uitstoot van schadelijke stoffen tussen traditionele rooktonnen en de rookmachines. Dit geeft inzicht in welke bron het minst belastend is voor het milieu. In de tweede test onderzoek ik hoe kunstmatige rook zich gedraagt wanneer het wordt gekoeld met drie verschillende blustechnieken. Dit is belangrijk om te begrijpen hoe rook zich verspreidt en verandert tijdens realistische blusscenario's. De derde test richt zich op de rookontwikkeling bij grotere vuurhaarden. Hier kijk ik specifiek naar hoe rookverbranding kan worden voorkomen wanneer rook te hoge temperaturen bereikt.
Met de resultaten van deze tests hoop ik een waardevolle bijdrage te leveren aan de verduurzaming van brandweertrainingen op de Twente Safety Campus. Het uiteindelijke doel is om een rooksimulatiemethode te vinden die zowel effectief als milieuvriendelijk is. Op die manier kunnen we brandweeroefeningen realistischer en duurzamer maken, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de training of het milieu.